Ga naar de inhoud Ga naar de footer

Hard je best doen

Ghofraan Shbli (28) moet in haar jonge leven meerdere malen vluchten met haar familie. In de toekomst wil ze graag onderzoek doen naar kankercellen en lesgeven aan een hogeschool in Nederland. 

Ghofraan

Hard je best doen

De van oorsprong Palestijnse Ghofraan Shbli (28) moet in haar jonge leven meerdere malen vluchten met haar familie. In 2016 komt ze alleen naar Nederland. Hier zet ze alles op alles om een goed leven te creëren voor zichzelf. Zo leert ze de taal en gaat ze studeren. Zaffier ondersteunt haar bij haar inburgeringstraject. 

‘In 1948 vluchtten mijn grootouders uit Palestina’, vertelt Ghofraan. In Libië werden mijn ouders geboren. Ik ook. Omdat we er weinig kansen hadden, vluchtten mijn ouders naar Syrië. Hier groeide ik op, met mijn twee broers en twee zussen. Toen ik zeventien was, brak de oorlog uit. Ons huis werd gebombardeerd. We hadden niets meer. Daarom vluchtten we naar Libanon.’

Kwetsbaar en onzeker

Omdat het gezin in Libanon weinig kansen heeft, vluchten de vader van Ghofraan en één van haar broers naar Nederland. Haar vader vraagt gezinshereniging aan. ‘Dit lukte deels. Ik mocht niet mee, omdat ik achttien was, dus meerderjarig.’ Daarom vlucht ze in 2016 alleen naar Nederland. Ze woont een half jaar in verschillende asielzoekerscentra (AZC’s), onder meer in Ter Apel en Weert. ‘Alles was anders: het eten, de taal, de cultuur, het geloof. Buurtbewoners waren bang voor mij vanwege mijn hoofddoek. Dat deed me pijn. Ik voelde me kwetsbaar en alleen.’ 

Na een half jaar wordt Ghofraan in het AZC van Westelbeers herenigd met haar ouders. ‘Dat was heel fijn, want ik ben heel hecht met mijn familie.’ In het AZC krijgt ze drie dagen per week Nederlandse les. ‘Ik wilde graag snel de taal leren, zodat ik contact kon leggen.’ Ze wordt hierin ondersteund door een handvol lieve buurtbewoners. 

Van taalles tot computervaardigheden

Na een half jaar in Westelbeers krijgt Ghofraan een verblijfsvergunning. ‘Weer een half jaar later kreeg ons gezin een woning in Alkmaar.’ Ze ontvangt bericht van Zaffier dat ze moet inburgeren. ‘Omdat ik al veel Nederlands kende, kreeg ik zes maanden les op taalschool EdINOVA. Ook kreeg ik een taalmaatje en ging ik geregeld naar de bibliotheek waar ik geholpen werd door vrijwilligers. Daarnaast volgde ik een training die mij voorbereidde op het vinden van werk of een studie. Dit alles met het doel om me uiteindelijk te laten naturaliseren. In Syrië had ik een jaar Life Science (Medisch Laboratoriumonderzoek, red.) gestudeerd. Mijn kwaliteiten werden hier geschat op havo-niveau. Maar wat is de havo? Ik had geen idee. Mijn consulent hielp me gelukkig bij iedere stap. Samen met haar besloot ik te starten met een opleiding tot tandartsassistente op mbo-niveau. Een niveau lager, omdat ik de taal nog niet geheel beheerste én ik computervaardigheden miste. Gelukkig werd ik geholpen door een studente die mij wegwijs maakte in alle Nederlandse regelingen.’

Mooi leven opbouwen

Op haar opleiding is Ghofraan de enige vluchteling. ‘Anderen vonden mij vreemd en wilden niet met mij praten of samenwerken. Gaf ik een presentatie? Dan werd ik uitgelachen om mijn uitspraak.

Mijn docenten raadden mij na twee jaar aan om een hogere opleiding te gaan volgen.’ 

Inmiddels heeft ze er bijna drie jaar Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek opzitten aan de Hogeschool Utrecht, woont ze met haar man in Amsterdam, heeft ze leuke vriendinnen én is ze Nederlander. In de toekomst wil ze graag onderzoek doen naar kankercellen en lesgeven aan een hogeschool. Daarbij hoopt ze op een mooi gezin.

Terug naar één van de landen waar ze eerder woonde, wil ze niet. ‘Nederland is een fijn land, mits je bereid bent om hard te werken. Daarom zou ik tegen andere vluchtelingen willen zeggen: Zet je in, werk of studeer hard én leer zo snel mogelijk de taal. Heb een beetje geduld, want het kan een lang proces zijn. Maar als je je helemaal inzet, kun je hier een mooi leven opbouwen.’